Het voorjaar is weer begonnen, en zo beginnen toch ook weer de kriebels om in de tuin aan de slag te gaan! Lijkt het jou nu altijd al leuk en voordelig om een moestuin te beginnen waarmee je jouw eigen groenten verbouwd? Dan is het belangrijk van tevoren wat onderzoek te doen over hoe je zo’n moestuintje nu het beste kan inrichten, onderhouden en wat je hierbij nodig hebt. Februari en maart zijn namelijk de ideale maanden om te beginnen! Hieronder zetten wij alle belangrijke feiten onder elkaar!
Het kiezen van een geschikte plek om jouw moestuin te beginnen
Wanneer je zeker weet dat het niet meer gaat vriezen kun je beginnen met het aanleggen van jouw moestuin. Afhankelijk van jouw keuze in groenten, is het handig om een plek in de tuin te vinden met zowel zon als schaduw. Als jouw tuin een gebrek heeft aan zon, pas je daar je keuze in groenten op aan. Er zijn verschillende gradaties in schaduw:
- Volle zon: Meer dan 6 uur direct zonlicht
- Halfschaduw: 3 tot 6 uur direct zonlicht. Plekken waar een deel van de dag het volle zonlicht schijnt.
- Gevlekte schaduw: Gereflecteerd of gefilterd licht, dat bijvoorbeeld valt door het blad van de bomen of weerkaatst van oppervlakken.
- Matige schaduw: 2 tot 3 uur direct zonlicht. Hier gaat het om planten die onderaan een muur staan en hierdoor een deel van de dag vol zonlicht krijgen en het andere deel van de dag in de schaduw vallen.
- Diepe schaduw: Minder dan 2 uur direct zonlicht. Dit is bijvoorbeeld onder een bladerdek of in de schaduw van gebouwen.
Aan de hand hiervan kan je jouw moestuin indelen op groentesoort. In de ‘diepe schaduw’ zullen de groenten lang en dun worden, omdat ze toch opzoek gaan naar het licht! Hier kun je beter kiezen voor groenten met een groen blad in plaats van een bont blad. In de ‘matige schaduw’ kun je verschillende soorten planten: alle groenten die ook in de ‘diepe schaduw’ groeien, plus bladgroenten zoals snijbiet, spinazie en boerenkool. Pluksla en saladebladeren zoals rucola. Maar ook diverse kruiden doen het hier goed, zoals bieslook, koriander, wilde marjolein (oregano) en peterselie.
In de ‘gevlekte schaduw’ kun je alles uit de ‘matige schaduw’, plus kropsla, lente-uitjes, tuinbonen, rapen en kruiden zoals dille, rozemarijn en salie planten. Wanneer jouw tuin een gedeelte heeft waar een deel van de dag het directe zonlicht valt (‘Halfschaduw‘) kun je hier alle soorten groenten uit de ‘gevlekte schaduw’, plus radijs, bieten, wortelen, aardappelen, peultjes en sperziebonen, snijbonen en courgettes planten.
Delen van jouw gekozen moestuin plek waar de volle zon schijnt kunnen alle rest van de tuinzaden geplant worden. De gemakkelijkste groenten om mee te beginnen zijn:
- Pluksla
- Radijsjes
- Peultjes
- Spinazie
- Wortelen
- Courgette
- Paksoi
- Aardappelen
- Knoflook
- Uien
2. Goede grond
Een goede grond is misschien wel een van de allerbelangrijkste dingen als het aankomt op een moestuin aanleggen! Voordat je jouw zaden in de grond kunt zaaien moet de grond goed voorbereid worden:
- Spit de bodem om. Dit kun je het handigst doen met een schop.
- Maak deze vrij van onkruid, wortels en ander organisch afval.
- Egaliseer nu de bodem.
- Hoog de grond eventueel op met tuinaarde.
- Zorg dat de bovenste 10 cm van het zaaibed bedekt is met moestuingrond
- Bemest de moestuin met organische bemesting/compost. Niet te zware bemesting. Wij bieden een geschikte bodem ECOstyle Moestuin AZ aan speciaal aangepast op de behoefte van de groenten in jouw moestuin. Deze onderhoud het bodem leven waardoor de opbrengst wordt verhoogd en de oogst rijker wordt in smaak. Om ervoor te zorgen dat de optimale waarden aan mineralen en sporenelementen aanwezig zijn in de tuin raden wij je aan de tuin te verrijken met lavameel!
- Zaai de zaadjes oppervlakkig. Zorg ervoor dat zonlicht makkelijk de zaadjes kan bereiken. Wees er wel zeker van dat de zaadjes contact maken met de bodem, anders kunnen ze niet groeien. Je kunt ze eventueel lichtjes aandrukken.
Bij ons vind je al de benodigdheden om zelf, of met de kinderen aan de slag te gaan in de (moes)tuin.
3. Het maken van de kweekvakken
Bij het aanleggen van jouw moestuin is het handig om gebruik te maken van kweekvakken. Per vak is het verstandig om één soort gewasgroep bij elkaar te planten. Denk bijvoorbeeld aan een vak voor peulgewassen, een vak voor koolsoorten, een vak voor fruitsoorten, etc.
Het is verstandig voor zaden die je vroeg in het voorjaar al wil laten ontkiemen, een kweekkas aan te schaffen. De Talen Tools kweekkas is een kweekkas met overkapping. Hierdoor is hij geschikt voor het ontkiemen van zaden. Door de overkapping ontstaat in de bak een kaseffect. Met het ventilatieschuifje kunt u de controle houden over de temperatuur. Ideaal voor het uit laten komen van zaden en het opkweken van plantjes. Hiermee kun je de plantjes geleidelijk aan laten wennen aan de buitentemperatuur door middel van het schuifje, en ze daarna overzetten naar je kweekvakken. Het is het meest gewenst om de kweekkas te vullen met potgrond of zaai-en stek grond. Met zaaien in de kweekkas kun je al beginnen vanaf februari, rond april mogen ze dan naar buiten verplaatst worden. Wanneer je meerdere kweekkassen gaat gebruiken bieden wij een handig en stijlvol kweekkas standaard aan!
Wij raden je ook aan om een vensterbank kweekkas aan te schaffen, hiermee wordt het kaseffect versterkt. Wanneer de plantjes te groot worden voor de kweekkasjes kun je ze gemakkelijk over plaatsen naar turfpotjes, deze zijn volledig biologisch afbreekbaar en kunnen rond april in de grond gezet worden, incl. potje.
4. Zaaien op het juiste moment
Het juiste zaai moment verschilt per soort. Op de achterkant van de verpakking kun je hierover een advies vinden. In de lente rond april kun je beginnen met het zaaien in volle grond. Hiervoor kun je gebruik maken de hier boven besproken kweekkastjes. Wanneer je begint met het inzaaien van de grond rond april, is het belangrijk dat je op de achterkant van de verpakking kijkt of inderdaad de door jouw gekozen groente rond die tijd gezaaid kan worden. Sommige soorten kunnen pas rond juni-juli bijvoorbeeld gezaaid worden. Het handigst is om met een schepje aan de slag te gaan, waarna je de zaadjes/plantjes op gewenste diepte erin kunt zetten. Rondom het plantje/bovenop de plek waar je het zaadje gestopt hebt kun je de grond even stevig aanduwen.
5. Het onderhouden van de moestuin; onkruid vrij houden
Net als elke plant, hebben ook de planten in je moestuin water nodig. De frequentie van het water geven aan je moestuingroenten hangt af van het weer, het planttype, de grond en de groeifase. Over het algemeen is het ideaal om de grond gelijkmatig vochtig te houden met 2,5 tot 5 centimeter water per week, waarbij diepere bevloeiing minder vaak beter is dan oppervlakkig water geven. Regelmatig controleren doe je door je vinger in de grond te steken, zo bepaal je wanneer water geven nodig is. Pas dit aan aan de specifieke behoeften van de planten in je moestuin.
Het werken in de moestuin, zoals het onkruid vrij houden, water geven, bemesten en vrij houden van insecten vergt veel aandacht gedurende de lente en zomer. Het onkruid vrijhouden kun je met de hand doen, met een schoffel, handharkje, handonkruidsteker, onkruidvork of een handkrabbertje. Voor al deze materialen en meer kun je bij ons in de winkel zowel als online terecht! Wij helpen je graag met het vinden van de juiste materialen voor jouw moestuintje! Voor het behandelen van oppervlakten tegen mos/aanslag/onkruid kun je de blog lezen over Biomos.
6. Het oogsten van jouw verbouwde groenten!
Het moment van oogsten verschilt per groente, maar het meeste van het oogsten vind plaats rond juli-augustus. Het woord oogst is een verbastering van augustus, dat andersom weer bekend staat als de oogstmaand! Wanneer je gaat oogsten kun je dit met je handen doen, en gebruik makend van een schaartje. Het is belangrijk om je groenten jong te oogsten, hoe langer ze hangen hoe minder de smaak wordt. Maar ook in april kun je al oogsten: sla, radijsjes, tuinbonen (die je vorige winter hebt geplant), de eerste warmoes, spinazie, veldsla en tegen het eind van de maand zelfs de allereerste asperges.
7. Jouw moestuin winterklaar maken
Om je moestuin winterklaar te maken, verwijder je dode plantenresten en onkruid, snoei je overblijvende planten, vervang je mulch met compost, bescherm je vorstgevoelige planten met stro of tuinvlies, sluit je irrigatiesysteem af en overweeg je wintergewassen te planten: sla, radijsjes, tuinbonen (die je vorige winter hebt geplant). Hierdoor zal je moestuin de winter waarschijnlijk veilig overleven, en dat is natuurlijk wat je wil! Dan kun je in het voorjaar weer verder met de volgende ronde.
